ellenincuba.reismee.nl

Vamos en Havana

Cuba kent geen klokken. Nergens hangt of staat een klok met de tijd. Niet op de hotelkamers, niet op straat, niet in restaurants, nergens! Je moet dus bouwen op je gevoel van tijd (of een horloge dragen, maar die ligt thuis), maar gek genoeg gaat het steeds beter. Hoe de Cubanen dat doen, is me een raadsel.

Vandaag dus van Vinales naar Havana gereden. We wilden via Soroa, een heel mooi Nationaal park hadden we gehoord, maar dan via de Noordelijke route langs zee en de afslag vanaf Bajo naar rechts... die hebben we dus even gemist. De afslag was net na een dorpje, het probleem is een beetje dat je soms geen idee hebt of je in een dorp rijdt of dat er toevallig wat huizen bij elkaar staan. De weg was in ieder geval weer schitterend. Er zijn wel wat stranden langs het noorden, maar in de dorpen hebben we geen toerist gezien. Af en toe krijg je een halve hartaanval van de gaten die opeens opduiken midden in de wg en een niergordel zou ook geen slecht idee zijn om in te pakken als je gaat rondrijden. Onze Geely doorstaat alles nog steeds met aan- en uitknipperende waarschuwingslichtjes en een hoop gerammel. Voor je zie je soms enorme trucks rijden met ook enorme totaal niet uitgelijnde wilen, die moeiteloos tussen de kraters doorrijden. Overal weer ossen, paarden, ezels, fietsen, en pickup's vol mensen. De dieren worden hier aan touwen in de berm gezet om te kunnen grazen. Je ziet soms ook iemand het touw vasthouden alsof ze hun os uitlaten (en het zijn geen kleintjes..)

Dan maar direct naar Havana. Wat een verschil als je vanaf die rust en groene valleien komt. Kilometers van tevoren stinkt het al naar olie en bezine en het wordt steeds drukker. Zoals je o het platteland eigenlijk alleen maar klassieke (oude) auto's ziet, zie je hier steeds meer moderne auto's. De Geely's zijn duidelijk populair, maar we hebben zelfs al een sporadische BMW of Audi gespot. Natuurlijk konden we de weg niet vinden en na drie keer vragen is iemand maar achterin gesprongen en naar het hotel gebracht. Een ding, dat hadden we zelf nooit kunnen vinden en het kostte maar 3 CUC :-).

Hotel Flordia is prachitg, een gerestaureerd koloniaal pand met enorme hoge plafonds en een klein balkonnetje op de kamer. De badkamer mag zoals gewoonlijk wel een opknapbeurt hebben, maar het heeft ook wel iets. Alle lampen in Cuba zijn bijna spaarlampen, ook in kroonluchters of spots. Maakt niets uit en electriciteitsdraden hangen overal in en uit de muur, kroonsteentjes kennen ze niet.

Eerst richting Parque Central, waar we vooral bedelaars zagen, taxi's die naar je toeteren en mensen die je de menukaart onder je neus duwen. Herrie en ellende, zo leek het. Broodje Chorizo gegeten (helemaal verslaafd aan) en doorgelopen in een poging te stad te verkennen. De kaart snapten we niks van en we stonden denk ik vrij verloren, toen een man ons vroeg of hij kon helpen. Hij sprak geen Engels, maar zijn vriend wel, Raul. Grote lange donkere man, al wat ouder, zo'n standaard Jazz muzikant. Dat kloptte dus. Hij had zelfs in Leiden gespeeld. Nu leidde hij een cultureel centrum waar o.a. muziekles werd gegeven. Prachtig pand, wat hij ons liet zien. Hij zou deze vrijdag spelen in Jazzclub La Zorra y el Cuervo die in onze boekjes als de beste stond beschreven. Chucho Valdez trad er regelmatig op.

In de bar ernaast schreef hij het adres op en Eric gaf een rondje. Raul, zijn vriend en vrouw en nog een derde vriend, de congo spelter van de band die er erg gezellig uitzag en geen woord Engels sprak, maar dat maakte niet uit, Raul vertaalde wel. Het werden mojito's en cuba libres (what else). Ondertussen werden er wat pocket readers uitgedeeld en foto's gemaakt. We kregen weer dikke sigaren en ik kreeg wat gladiolen. Vrienden voor het leven! Raul vond het leven in Havana wel zwaar, hij gaf ook een beetje vermoeide indruk, alsof het leven hem niet licht viel. Toen we aangaven dat we verder gingen, vroeg Raul of er nog een rondje besteld mocht worden, wat we ok vonden, maar wij hoefden niet, wilden alleen even afrekenen. Toen bleken de prijzen dus toch niet helemaal te kloppen, 5 CUC voor een mojito is ongeveer dubbel de normale prijs. Raul vroeg heel demontratief de menukaart, maar daar stonden natuurlijk dezelfde prijzen in. Je wordt belazerd waar je bijstaat en de kater was dus niet van de rum. Eric sprak Raul er op aan, dat hij dit echt niet normaal vond, maar die zei alleen dat het zijn cafe niet was en er niks aan kon doen. Je kunt dus eigenlik alleen maar pissig weglopen.

Om een beetje af te koelen en wat moet je anders door Havana Vieja gelopen, dat is het oude centrum waar ons hotel ook stond en wat ze enorm aan het opknappen zijn. Deze keer op de goeie manier, overal zie je foto's van wat het was en wat het gaat worden of al is. Heel veel smalle straatjes, die gelukkig vrij logisch in elkaar zitten vol werkplaatsen, woonhuizen, en ook restaurantjes en winkeltjes. Winkeltjes zijn hier bijna allemaal praktisch, eten of huishoudelijke artikelen. Een kledingzaak of schoenwinkel of iets wat wij hebben, bestaat hier echt niet. Een toonbank en een kassa dat is het meestal wel en als het om kleding gaat hangen er drie rekken met hetzelfde en misschien in 1 of 2 maten.

Via Plaza de Armas weer terug, dat vol staat met tweedehands boeken. Bijna alle titels zijn gerelateerd aan het Socialisme, de ideologie van Castro of Guevarra en onderzoekspublicaties. Een roman is bijna niet te vinden. Drie antieke kaarten gekocht, en met die jongen van de kraam nog over gehad wat we soms zo dubbel vinden in dit land. De mensen zijn verschrikkelik aardig, maar de meesten die we tegenkomen hopen vooral ons geld te krijgen. Hij gaf toe dat hij het ook niet altijd leuk vond om te zien, maar begreep het wel. Eigenlijk wij ook wel.

Morgen dan echt de stad in, ik ben benieuwd/

Nog even dit....

Net vanavond onderweg naar het dorp Eric een schuldgevoel proberen aan te praten over zijn Audi. "Weet je wel, zei ik nog, dat je met het geld voor een Audi bijna heel Cuba uit de schulden kan helpen...?!" Maakte schijnbaar geen enkele indruk. "Ik rij hem toch niet in Cuba..." was zijn fijne bijdehandte antwoord.


10 minuten later zaten we in het gezellige tentje dat we gisteren hadden gezien. Heel druk en leuk ingericht. Wat blijkt!! Was een staatsrestaurant met een kaart waar we helemaal van de leg van waren. Geen chicken, fish of porc, nee serieus voor, tussen en hoofdgerechten, allemaal zonder rijst en volledig gericht op Europese en Amerikaanse toeristen. Wijnen tegen een prijs die zelfs in Nederland nog je wenkbrauwen laten stijgen, dus Eric begon meteen onze CUC's na te tellen. Het kon!
Toch een vette tegenvaller dat alle toeristen die we overdag waren tegengekomen hier naartoe gaan om te eten in Vinales (ik weet, inclusief wij). Als je Vinales hebt gezien, begrijp je dat dit restaurant echt belachelijk was. Overal eettentjes (paladars) die hun best aan het doen waren met de weinige voorraad aan ingredienten en dan zit je daar met je geel geborduurde linnen servetten en tafellaken, met een ober die je de wijn laat zien voor hij hem inschenkt. Raarrrr. Oh en voor het eten hoef je het ook niet te doen, hoewel de man achter ons het daar niet mee eens was, die vond het echt lovely and delicious en dat nog eens 20 keer.

Meteen naar boven gereden, want bij de casa cultural zat deze avond een nog mistroostiger zooitje dan gisteravond geloof me dat was al vrij beroerd. Langs de politiecontrole met door ledverlichting gekleurde truck, het leek wel de discotaxi uit Den Haag. Op de kamer probeert Eric nog tevergeefs iets op te vangen van Bayern Mรผnchen - Madrid, maar het enige dat hij kan vinden na de socialistische leuzen van Mari (zo opent de TV altijd en daarna krijgen we een text dat er een Mensaje is voor Pascale en Franco, de boodschap zelf hebben we helaas nog niet kunnen vinden) was een oude wedstrijd uit 2001. Hij is dan ook niet amused :-).

"Kun je anders even het internet van Murielle aanzetten om te zien wat de score is?"vraagt ie nog. Best grappig, want onze vriendin vertelde ons vanmorgen tijdens ons omeletje over haar prachtige balans tussen artistiek maar ook heel technisch is. Ze had net nog via Wi-Fi een text message naar haar boyfriend gestuurd. Het verschil tussen mobiel netwerk en wi-fi had ze nog niet gehad denk ik.
Ik zag Eric de volgende ochtend toch even voor haar kamerdeur zijn telefoon aanzetten.... ja je weet het nooit!

Gran Caveran San Tomas & Cayo Jutias

Vandaag naar Gran Caverna San Tomas. Een grottenstelsel van 47 kilometer verdeeld over 7 lagen. Het werd door de Indianen bewoond voor ze vakkundig werden uitgemoord. Na een ontbijtje met onze Murielle vertrokken naar het westen, dwars door de Vinales vallei, echt schitterend. Buiten het ABS lampje flikkert er nu ook af en toe een lampje met een uitroepteken op het dashboard. De wielen blijken gelukkig toch best stevig vast te zitten, heeft Eric ontdekt toen hij er met zijn volle gewicht aan is gaan hangen. In het ergste geval is het enorme gerammel dus iets met de motorophanging en zien we ons blok ineens in de achteruitkijkspiegel. We zullen de Cubanen er een groot plezier mee doen, misschien wel het beste dat we hier voor ze kunnen achterlaten.

Bij de grotten kwamen we de Duitsers tegen die we ook bij de sigarenroldemonstratie hadden ontmoet de vorige dag en twee Engelsen, waarvan we de man nog net de dansvloer opgesleurd zagen woden toen wij ons uit de voeten maakten bij de band. Hij zag nog een beetje bleek, maar dat kan ook van de cocktails zijn natuurlijk. Hij bleek docent Spaans, die ook nog vloeiend Frans en Portugees sprak. Wat zal die man blij zijn geweest om eindelijk zijn Spaans eens te kunnen gebruiken met de gids in plaats van tegen een klas ongeinteresseerde leerlingen aan te kijken.

De tocht omhoog en door de grotten was best pittig met een kaboutergids die duidelijk niet echt veel op had met Amerikanen (fat) en Chinezen (too many pictures). Onze Engelsman hijgde langzaam achter ons aan (denk Stephen Fry, maar dan blond en iets dikker). Met de lampjes op die ik nog kende uit Australie door de gangen gedwaald.

De Duitsers stapten in een mooi ouwe Plymouth taxi die ze voor de dag hadden gehuurd, ook naar Cayo Jutias. Daar kom je wel achter, we lezen allemaal dezelfde boekjes en reizen achter elkaar aan van plek naar plek. Hoe verder van Vinales, hoe slechter de weg en hoe armoediger de huizen en mensen om ons heen. De borden waren er af en toe en op een gegeven moment werden we gelukkig ingehaald door de taxi die wuifde dat we achter hem aan moesten rijden.

Eric pikte nog twee jongens op die we een paar kilomter later weer afzetten. Om bij Cayo Jutias te komen moet je over een verhoogde weg door zee, daarvoor een tolhuisje. Toeristen 5 CUC, Cubanen 5 CUP, oh en graag Eric's Ray Ban voor die van hun. Niet dus!!

Het strand was echt paradijsje. Een groot houten restaurant, bar en een strand van 3 meter breed met wit zand en parasols van palmbladen. Je kon een kano huren of een waterfiets, maar we hebben lekker half gelezen, half geslapen. Mooi als dat geen vakantie is...

Op de terugweg stopten we voor Fernando, een typische Cubaan van het platteland. Door de zon verweerd gezicht, rieten hoed en zo'n lichtgewicht shirt dat half openhangt. Hij was denk ik tegen de 60, maar misschien wel veel jonger. Elke dag moest hij de tocht maken van zijn huis bij de grotten tot waar we hem oppikten, ik denk wel 60 kilomter. Hij liftte ook bij toeristen, omdat hij dan niet hoefde te betalen en geld had hij niet veel. Hij weest gelukkig de weg, want het beetje borden naar het strand stond in ieder geval niet van het strand weer terug.

Ik durfde ook geen foto's meer te maken, want alles wat ik heel bijzonder vind is zijn leven. Het Spaans was lastig, maar begrijpen gaat wel, alleen een echt diep gesprek gaat niet. Nadat we hem hadden afgezet was het toch even stil in de auto.

Morgen naar Havan, Vinales hebben we goed gezien volgens mij en is echt verschrikkelijk mooi. Ik hoop dat de foto's het een beetje kunnen laten zien. Nou de hoofdstad, weer heel wat anders!

Vinales

(even tussendoor ik typ dit over van mijn ipad, want wifi bestaat niet hier. Foto's uploaden kan echt niet hier, een pagina openen duurt soms 10 minuten en ik heb een uur per keer, maar we zijn er echt!)

In het dorp afgesproken met Alexis onze gids voor een wandeling naar de Mojotes. Er zou nog iemand komen, dus even wachten. We hadden allebei meteen hetzelfde idee dat dat vast die vrouw was die vanmorgen alleen in de eetzaal zat. En ja hoor, daar was ze, onze Murielle uit Canada.

De Vinales vallei is zo verschrikkelijk mooi, alles waar je doorheen loopt is prachtig. Vergestrekte groene velden, waar af en toe een landarbeider tabak staat te plukken of onkruid weghaalt met twee enorme ossen voor zijn ploeg. Af en toe worden ze omgewisseld omdat ze te langzaam zijn. Na twee dagen zijn we al aardig gewend aan alle dieren die je hier ziet. In de berm, op het veld, om een huis. Zelfs bij het zwembad van het hotel loopt een stel kippen rond.

Iedereen die we tegenkomen wordt hartelijk begroet door Alexis. Zijn familie heeft ook een boerderij waar hij jaren gewerkt heft, maar hij heeft last van zijn rug. Het klinkt als een hernia, niet leuk voor iemand van 41. Bij de eerste boerderij krijgen we een demonstratie sigaar rollen van Heraldo.

Heraldo is zo'n typische Cubaan met snor en diepgebruind hoofd vol groeven en deuken. Zijn hoofd deed nog zeer van de rum van de avond ervoor volgens Alexis. We kregen koffie van de vrouw van Heraldo, gezet op het open vuur.

De keuken is hier meestal buiten het huis. Om de boerderij liepen kalkoenen, varkens, getien en paarden. Daarna ontmoetten we Alfredo die op de boerderij een eigen winkeltje heeft - lees een doorgeefluik in een schuur - waar hij vooral aan de toeristen van de wandelingen ananassap, mangosap, sigaren en koffiebonen in lege waterflesjes verkoopt. Eric legt uit dat we gisteren al sigaren hebben gekocht, maar we geven graag wat voor de superlekkere koffie en de demonstratie.

Met Alexis hebben we het over heel veel dingen gehad, waar we nu al tegenaan lopen. Hij verdient 20 pesos (CUC) per maand. Dat is eigenlijk het standaar salaris, maar voor iedereen bijna waardeloos. Op verzoek van Eric krijgen we het racion boekje te zien (Eric verstond Russian :-)), waar de familie eten mee kan halen. Twee kilo rijst per maand, een brood per dag en drie keer per maand vlees voor een dag. Sommige dingen worden weer van het rantsoen afgehaald als er weer voldoende vooraad is. Vaak zjin de prijzen dan wel weer hoger dan ervoor.

Alexis heeft ooit gestudeerd in Moa, in Guatanamo, aan het andere eind van Cuba. Om daar naartoe te reizen was hij soms 28 uur onderweg, autostop. Hij woont hier nu met zijn vrouw (die ook niet van voetbal houdt) en zoon en dochter. Hij heeft in 2007 zijn eigen huis gebouwd, op een stuk grond dat hij van een boer heeft gekocht. Het was niet helemaal legaal, maar hij had geen zin in de bureacratische rompslomp. Boeren met eigen land hebben dat meestal geerfd van de familie. Het meeste land is echter geannexeer, maar sommige boeren hadden geluk en mochten het houden. Van de productie moeten ze volgens Alexis 70-90% aan de staat verkopen. De prijs wordt ogpelegd en is schandalig laag. Ook Cubanen betalen veel in CUC (convertible). De overblijvende productie wordt dus liefst aan toeristen verkocht, want dat betekent CUC's.

Voor Cubanen zijn alle eerste levensbehoeften in nationale pesos te koop, maar als ze in een "toeristenrestaurant willen eten of een TV willen kopen moet dat in CUC's. Niet zo gek dus dat ze er alles aan doen om die te verdienen. Het bizarre is dat je nu gaat zien dat mensen die in de toeristensector werken meer kunnen verdienen dan artsen of advocaten. Waarschijnijk heeft die laatste groep weer andere voordelen zoals een mooier huis, betere school voor de kinderen of een auto van de staat. Docenten worden bijvoorbeeld in rode busen met Escuelo opgehaald en thuisgebracht naar en van school, die hoeven niet langs de kant van de weg te liften.

Alexis verwacht dat de rantsoenen binnen een paar jaar wel zullen verdwijnen nou er meer maatregelen zijn genomen om eigen ondernemerschap te stimuleren. 's Avonds zitten we dan te bedenken waar het allemaal toe kan leiden in dit land. De scheding tussen arm en rijk wordt ook hier zichtbaar, misschien wel een Rusland in de dop. Murielle vroeg nog of hij bang was voor de veranderingen die gaan komen, maar nee. Hij heeft een goede opleiding in mining en een accountantsdiploma, een eigen huis, en een familie met land. Om zichzelf maakt hij zich geen zorgen, maar wat het voor zijn kinderen gaat brengen moet hij maar afwachten. Het is echt een bijzondere man, veel humor en een feest om mee te praten, de ochtend vliegt voorbij. Hij verteld over zijn kinderen, de zwangerschappen bij kinderen en hoe hij zijn dochter op het hart drukt condooms te gebruiken. Hij is duidelijk heel trots op zijn kinderen.

We lopen door de Mojotes - kalkstenen rotsen die hier 160 miljoen jaar geleden zijn ontstaan - er zijn maar 2 andere plekken op de wereld waar ze voorkomen, maar dan in Azie. "Alsof er enorme keien uit de lucht zijn komen vallen..." staat in het boekje en dat klopt ook.

We lunchen nog ergens en weer is de keus, rijst, kip, kreeft of varken. Vanmiddag dan even niks, tis ook vakantie. Lekker in de zon met een boek en vanavond het dorp in, misschien is er iets te doen in de casa de cultura. Eten doen we wel weer ergens in een paladar. Ik denk iets met rijst :-)

De eerste Salsa

Eric heeft zich nog net kunnen redden van een salsadansende bikini, terwijl hem nog een mojito werd aangesmeerd. Hij kon nog net op tijd de 'Moet nog rijden...' blik doen met sippe onderlip en dat was zijn redding. Hij mocht weg.

Maar wat was het gezellig. Net vanavond geen camera bij ons, terwijl je iedereen wilt laten zien wat je tegenkomt (niet dat we ook maar een foto kunnen oploaden natuurlijk :-)). We zijn door de hoofdstraat van Vinales gelopen waar je door de open deuren de huizen kon zien. De meeste huizen hier zijn roze, groen of blauw geverfd en allemaal hebben ze een veranda met wat schommelstoelen voor de deur. Ergens ligt wel een hond te slapen of hoor je muziek. Binnenin is het altijd een stenen vloer vaak een muurtje volgestouwd met beeldjes en prullen en een uitzicht op een achterplaats of tuin, opgeleukt met wat nep korintische zuilenen alttijd staat er een TV aan.

Weer gegeten bij een Paladar op een veranda bij iemand thuis, ik zweer het je, Eric eet officieel tomaat. Verse vis (er zal wel weer ergens gevist worden) en naast ons vier Amerikanen met een stel kaarten die daar voorlopig wel leken te blijven zitten. Van die hippe net dertigers met die typische brom Amerikaanse stemmen (de mannen dan), zouden ze daar les in krijgen op school? Voor veel Amerikanen is het maar een paar uur vliegen voor een weekje of lang weekend Cuba, de grenzen zijn duidelijk open. Of je nou naar een land wilt dat door je eigen land wordt geboycot. Toch raar.

Na het eten nog naar het Centro Cultural waar een 'echte Cubaanse' band speelde (het was onze eerste dus we gokken dat van dat echt, maar kan bijna niet missen) op een binnenplaatsje. Als een moeder met kinderwagen voorbij looppt begint het kindje meteen met haar armpjes te zwaaien als ze de muziek hoort. Het zit er al vroeg in! Daar stond dus ook de eerdergenoemde bikini die was ingehuurd om de boel wat op te vrolijken. Alsof ze over de stenen vloog .... Natuurlijk werd elke man uitgenodigd om te komen dansen, dus tijd om af te rekenen. Die Salsa houden we nog wel tegoed.

Nog wat Varadero

De mediterrane salade waren drie stukje feta, drie stukjes tomatenschil en wat ingelegde bonen. De vol au vent een megapasteitje met garnalen en iets met een schaal eromheen, wat de kreeft geweest moet zijn geweest. Het buffet was misschien beter geweest, minder verrassing :-). Na het eten nog in de lobby onze eerste "ron cubano" gedronken, vooral omdat het zo hard regende dat op de kamer zitten ook niet gezellig was.

De band waaide bijna van het podium en vanuit het niks kwam een elftal personeel aan dat alle gordijntjes liet zakken (deuren waren er niet) en borden met WET FLOOR neerplantten. Een team van vier professionele dweilsters heeft vervolgens een half uur de vloer drooggeveegd. Vol verbazing naar gekeken.

Als we hier twee weken hadden moeten zitten zouden we ons wel even achter de oren gekrabt. Wat een mensen. 's Middags nog getuige van een semi-professionele fotoshoot van een groep Chinesen die elkaar op alle mogelijk plekjes fotografeerden gehuld in cocktailjurkjes en hoge hakken.

Tijdens het eten vroegen we nog een keer aan de hostess hoe we het nou zat met de CUC (pesos convertible) en de CUP (pesos nacional), het blijft een beetje de rode draad van de vakantie denk ik. Ze schrok duidelijk van de vraag maar volgens haar was het 1 CUC voor 25 CUP en was een gemiddeld staatssalaris 300 pesos per maand, maar als dat CUP's zijn, zaten de meeste mensen om ons heen een dubbel staatssalaris te verteren met hun nachtje all-inclusive dat kan toch niet....

Varadero naar Vinales

Vanmorgen meteen na het eten vertrokken na het ontbijt. Varadero no es parte de Cuba zei iemand vandag en dat was wel duidelijk ook. Het momente dat we het bord Varadero voorbij waren zagen we eindelijk wat van wat Cuba echt inhoudt.

Weg luxe hotels, wegen met maar een paar auto's. Als iemand hier een auto heeft is het een erfstuk van de familie. Ze zijn er gewoon niet en als je wel een auto hebt of iemand in de familie is de benzine gewoon niet te betalan. Overal langs de kant van de weg en ik bedoel dan echt overal zie je mensen staan, zitten of hangen. Soms in groepjes en soms alleen, ze wachten op ee lift. Autostop is hier de meest gangbare manier van vervoern. Overal rijden vrachtwagens voorbij vol mensen, dezelfde soort vrachtwagens waar bij ons vee en varkens in vervoerd worden, geen grapje. Door de luchtroosters zie je wat armen naar buiten steken en raad je het aantal mensen dat erin zit in deze hitte.

De auto's die je hier ziet rijden zijn 95% de oude Amerikanen die hier zijn achtergebleven na de revolutie. In de jaren 40 en 50 was Cuba volledig overgenomen door de Amerikaanse onderwereld, die de luxe hotels en casino's gebruikten om hun geld wit te wassen. Battista die als een dicatator het land bestuurde werd gesteund door dezelfde Amerikanen. De oude villa's die we zagen staan aan de kust bij Varadero zijn waarschijnlijk nog van oude filmsterren en mafialeden die naar Cuba kwamen om te feesten.

Naast de oude auto's waar Cuba zo om bekend staat , zie je ook oude motoren met zijspan, fietsen, heel veel rijtuigen met paarden ervoor, mensen op ezels en kinderfietsen, ossen en bussen die bijna uit elkaar vallen van ellende, volledig op. Allemaal rijden ze op dezelfde met gaten gevulde weg. Als je niet uitkijkt rij je zo een krater in en geloof me die auto van ons zou het niet over leven. Volgens Eric zit de rechterstuurkogel al los, maar we doen net of het normaal is. Tenslotte hebben wij nog een hypermoderne Chinees met maar 54000 km op de teller. Dat kun je van de Cubanen niet zeggen.

Onderdelen zijn niet te krijgen en worden constant gereviseerd of opnieuw uitgevonden, van de vreemdste dingen in elkaar gezet. Borden en wegbewijzering wordt ook niet echt in geinvesteerd, daar kwamen we achter toen we ineens Havana Vieja inreden terwijl we daar toch echt pas over drie dagen hoeven te zijn. Je hebt geen Tom Tom, geen GPS en ik wet niet hoeveel onbruikbare kaarten in teveel boekjes om je heen liggen waar je het mee moet doen. Echt een hele goeie test voor je relatie kan ik je vertellen, maar we zijn er uitgekomen, ondanks de omleidingen! Wat we zagen was meteen al onvergetelijk. Bijna elk gebouw is prachtig, pilaren, raamversieringen, decoraties, alleen dan soms eeuwen oud en niet onderhouden. De straten volmensen, fietsen, auto's... ook hier zie je mensen instappen met geld in hun handen, daar betalen ze de lift mee. Het lijkt wel of heel Havana buiten op straat leeft. Mensen staan met elkaar te praten vanaf het balkon, uit de auto hangend op de stoep. Zo'n andere wereld.

Op de A4 naar Pinar del Rio, waar we niet heen gaan vanwege de negatieve omschrijving van de Rough Guide (iets met jiniteros en agressieve aanpak van toeristen, nee nee, niks voor ons), afgeslagen naar Las Terazzas. Bekend om zijn ecotoerisme dat ooit in 1971 als herbebossingsproject is opgezet om de inwoners te motiveren tot zorg van de omgeving. Behalve het planten van bomen tegen erosie was het project onderdeel van een groter overheidsplan om ' zelfredzaamheid en onderwijs in landelijke gebieden te bevorderen', schijnbaar een van de beloften van de Revolutie. De eerste keer dat je zoiets leest denk je toch even: ' Oh ja zo'n land is het ook...'

Het heerlijk aangevolen ecorestaurantje links laten liggen, want mijn soms ietwat dominante schatje zag een boothuis. Was ook wel erg leuk en tussen alleen maar Cubanen hebben we daar lekker een biertje gedronken en Eric heeft een gefrituurde angstaanjagend soort vis verorberd.

Terug naar de A4 de verkeerde afslag genomen en we reden door een dorpje waar volgens mij de lokale arbeiders woonden. Dit was duidelijk geen plek waar normaal een toerist zou komen en ik dacht ik kan hier wel 100 foto's maken. Niet gedaan natuurlijk, uit respect voor de mensen, want het blijft aapjes kijken. Maar als je al die huisjes ziet, op de veranda's de bewoners in schommelstoel, of op het trapje ervoor. Schuttingen van bij elkaar geraapte rotzooi, honden, geiten en paarden die overal tussendoor lopen, overal waslijnen vol. Allemaal ogen op je gericht als jevoorbij rijdt.

Eindelijk weer op de snelweg werden we aangehouden onder een viaduct. Daar staat meestal wel een groepje mensen te wachten uit de schaduw tot ze worden meegnomen door een voorbijgaande auto. De man vroeg of hij mee kon rijden tot Pinar del Rio, want zijn auto (een chevrolet uit 1957) was ermee opgehouden en hij moest de monteur waarschuwen zodat hij hem op kon halen. Javier, zo heette hij, praatte lekker door de komende 100 kilometer over vrouw en kinderen, Cuba en Nederland, de rijstvelden waar we langsreden, de tabaksplanten, alles in zijn meest duidelijke Spaans en wij terug. Eric's cursus van 35 jaar geleden kwam weer naar boven en ik deed ook enorm mijn best met een beetje Italiaans met Spaans accent..

De auto was van de cooperatie waar hij werkte, die tabak verbouwde. Als dank voor de lift nodigde hij ons uit voor de beste sigaar en beste koffie die we ooit hadden geproefd. Toen we aankwamen zou zo als versnelde scene in een Guy Ritchie film hebben gepast. Scene 1 in de kantine (lees overdekte tuin met barretje en 10 lege flessen Havana Club) ontmoeten we Michel (zijn baas) die Eric meteen een dikke sigaar in zijn mond stopte en aanstak..

Ondertussen begon de vrouw van de baas aan het koffieritueel op het vuur in de buitenkeuken. Scene 2, 10 minuten later, stilte en de sigaar is nog niet op (weet je hoe lang dat duurt zeg!), scene drie met restje van de sigaar in de auto naar tabaksschuur om de hoek, razendsnelle miniatuuruitleg van tabaksplantje tot sigaar met foto's.Scene 3 terug in het huis, weer in de auto met 25 dikke Cojiba sigaren en heel wat CUCs lichter. Wat is er niet goed aan dat laatste plaatje....

Beetje beduusd reden we weg. In die schuur vol drogende tabaksbladen kwam de sigaar uit de mouw zeg maar. Heel verhaal over of we niet wat sigaren wilden kopen, want volgens Michel mochte hij 25% van de opbrengst zelf verkopen, de rest moest naar de staat. Nou en aan de prijs zou het zeker niet liggen, want die was echt superlaag. Puntje bij paaltje, wij hadden een plastic zak met dikke sigaren achter in de auto, die volgens eenplakkaat bij ons nieuwe hotel volledig illegaal zijn aangeschaft en die ook niet het land uitmogen, aldus onze eerste Jiniteros ontmoet of niet... We weten nog steeds niet of het helemaal opgezet spel was, maar daar komen we toch nooit achter.

Vanavond aangekome in Los Jasminez Vinales, het is hier zo mooi, vergelijkbaar met het natuurreservaat in Noord Australie. Vanuit onze kamer hebben we uitzicht op de vallei met Mojotes (kalkrotsen) die in een laagje mist staan en de zon erboven.

Het waait al twee dagen vrij hard en de vader van de eigenaar van paladar waar we vanavond gegeten hebben, is het weer niet normaal, 'Non es normal'. Hij wist zeker dat het hier ging om een Cambiar del climo. Dit soort cycloon winden (wisten we ook weer), waren normaal voor november, maar niet voor april. De wind is zo hard, dat de schriele kippen die hier op het terras lopen af en toe een stukje vooruit waaien. Hij had al drie dagen niet kunnen vissen, vandaar dat de keuze vandaag bestaat uit de standaard pork en chicken met bonen en rijst en salade.

Een paladar is een restaurantje bij mensen thuis (die ook weer een deel van de omzet moeten afstaan natuurlijk) met een licentie voor maximaal 12 couverts per avond en officieel geen rundvlees en schelpdieren mogen serveren, waarom dat laatste weten we nog niet.

Echt hoor sommige dingen in Cuba snap je gewoon niet tot iemand het natuurlijk uitlegt. Het eten was superlekker, we zaten onder een afdakje met uizicht op de vallei met om ons heen steeds meer vuurvliegjes, en muggen, maar dat is niet romantisch dus dat vergeten we even. Nu weer in het hotel en morgenvroeg om 9 uur een wandeling geboekt met gids. Als ze maar niet weer met sigaren aankomen, want daar zijn we nou wel even klaar mee. Misschien een flesje ron, dat is nog een optie :-).

Voet op Cubaanse grond

De dag dat Jordi 8 jaar werd, zaten wij voor de eerste keer op Cuba. Door vijf lagen wolken heen met af en toe een lichtflits kwamen we aan in onze eerste tropische regenbui. Na de landing stonden we eigenlijk al binnen 20 minuten buiten, weer gescand en met koffers. Ongelofelijk als je alle waarschuwingen en verhalen vooraf had gehoord over verzekeringen die je moest kunnen laten zien, inclusief Engelse verklaringen, wachtrijen en bureaucratische houdingen. Niks, nulla, nada. Cubarent had een prachtige Geely klaarstaan, nog krakkemikkiger dn de de Proton uit Cyprus, prachtig Chinees fabrikaat, waar echt alles aan loszit en rammelt.

Met de man die ons hielp waren we binnen no time op basis van voornaam. Ellen you still have to sign... te leuke man. We kregen nog een handje en voor de zoveelste keer werd ons een fijne vakantie gewenst.

Eric had intussen onze contactpersoon gevonden Yohanda. Ze moest weer terug naar kantoor en reed met ons mee richting Varadero, dan kon ze onderweg alvast een paar dingen vertellen. Eerste advies was de lifters niet mee te nemen, die ov.eral langs en op de weg staan, puur en alleen vanwege het gebrek aan auto's. Auto's met een blauw kenteken zijn wel verplicht deze mensen mee te nemen, dat zijn namelijk auto's van de staat. Zeker als er een "regelaar" bijstaat in een geel shirt of iets dat er militair uitziet. Gele kentekens zijn particulier en ons roodbruine kleurtje betekent huurauto. Ze was zelf nog nooit van Cuba afgeweest, dat mocht niet. Toen we de recente veranderingen noemden, zei ze dat ze ook wel verwachtte dat de uitreisbeperkingen binnen een jaar of vijf zouden veranderen. Bizar als je denkt dat je ergens woont waar je niet weg kunt. Het verklaart in ieder geval de grote hoeveelheden illegale Cubanen in Canada en Amerika.

Nu dus in Paradisus del Mar een all inclusive hotel voor 1 nacht, omdat de rit naar Vinales te lang zou zijn. Het weer blijft raar, dan weer zon, dan weer regen, maar altijd warm.

Morgen waarschijnlijk net zo, dan gaan we onderweg naar Vinales, volgens Yohanda, vijf uur met de auto vanaf hier. Vanavond eten in het Italiaanse restaurant, hoewel alles wat Chinees, Italiaans of nog andere keukens heet, gewoon Cubaans schijnt te zijn met een iets andere twist. Hoe zouden ze ook aan alle ingredienten moeten komen. Maar wat maakt het uit. We willen alleen bijkomen van de reis (die overigens superrelaxed was) en dan gaat het beginnen,. Heerlijk,!